"Het systeem is opgezet om mensen te ontmoedigen" - Takecarebnb - Takecarebnb "Het systeem is opgezet om mensen te ontmoedigen" - Takecarebnb
Type hier je zoekopdracht

“Het systeem is opgezet om mensen te ontmoedigen”

Sara Mohammadi (40) uit Baarn is Project Coördinator Arbeidsparticipatie bij VluchtelingenWerk Nederland regio West en Midden. 20 jaar geleden kwam ze als student vanuit Iran hierheen. Nu begeleidt ze vluchtelingen met een verblijfsvergunning naar werk. Voor ons licht ze de ontmoedigende route toe deze statushouders hiertoe moeten afleggen. 
Tekst: Anne Kleisen

Eerst dit: een groot percentage Oekraïners in Nederland heeft werk, blijkt uit de cijfers. Hoe verklaar je dat? 
“Oekraïense vluchtelingen hebben geen asiel aangevraagd en zijn dan ook geen asielzoekers. Ze vallen daarom onder een andere wet dan reguliere vluchtelingen. Ze krijgen net als asielzoekers een kleine beetje leefgeld en een verblijfsplek die door de overheid bekostigd wordt. Het verschil is dat asielzoekers niet meteen mogen werken en Oekraïners wel. In de eerste weken nadat ze in Nederland zijn, krijgen ze al een werkvergunning. De werkgever moet wel een vergunning bij het UWV aanvragen maar die procedure is makkelijk en kort. De meeste Oekraïners hebben het gevoel dat ze hier tijdelijk zijn. Sommigen zijn niet alleen voor de veiligheid gevlucht, maar ook om hier geld te verdienen en zo de achterblijvers financieel te steunen. Zij hebben dus gedeeltelijk een andere motivatie om hier te zijn dan asielzoekers. Die tijdelijkheid van hun verblijf zorgt ervoor dat mensen die in hun thuisland arts of advocaat zijn, hier in een vleesfabriek in de productie gaan werken. Voor die paar maanden of een jaar dat ze hier zijn, is dat hun overlevingsstand.” 

Hoe is dat bij vluchtelingen met een verblijfsvergunning (statushouders)? 
“Asielzoekers die hier aankomen, bijvoorbeeld Syriërs, hebben die tijdelijke fase al in Libanon of Turkije meegemaakt. Als ze in die landen verblijven hebben ze nog de hoop dat ze binnen een paar weken of maanden teruggaan. Daarom blijven ze ook dichtbij hun thuisland. Dat is de periode dat zij in hun overlevingsstand zitten. Er zijn in Turkije en Libanon geen leefgeldvoorzieningen zoals in Nederland, dus ze hebben daar moeten werken om te overleven. Als ze dan in Nederland in een asielzoekerscentrum komen, mogen ze de eerste zes maanden niet werken. Na zes maanden mag dat wel, maar daar worden asielzoekers niet breed op geïnformeerd. Er zijn dan ook niet veel asielzoekers die dat weten. Dit is onderdeel van het ontmoedigingsbeleid van de overheid. Die heeft besloten de asielprocedure zo ingewikkeld te maken dat mensen niet snel aan het werk gaan en de taal leren. Mensen zijn dan ook niet gemotiveerd om relaties op te bouwen, werk te zoeken of Nederlands te leren. Ze zitten in de wachtstand.”

Dat wist ik ook niet, dat ze na zes maanden mogen werken. Hoe zit dat? 
“Binnen een jaar mogen ze gedurende zes maanden 20 uur per week werken. De meeste mensen in een azc weten dit niet. Maar als ze het wel weten, wat komt er dan allemaal bij kijken? Stel ze kloppen aan bij een werkgever, zoals een restaurant, supermarkt of fabriek. Die werkgever moet dan een vergunning aanvragen. Voor die vergunningsaanvraag moet de werkgever allerlei papieren aanleveren. Al die documenten moeten naar het UWV gestuurd worden. Dan duurt het vervolgens weken of maanden voordat de werkgever antwoord heeft. Als de asielzoeker gelukt heeft, heeft hij of zij binnen twee of drie maanden nadat hij bij een werkgever aanklopt, de juiste papieren binnen.”

En kunnen ze dan aan de slag? 
“Dan kunnen asielzoekers gaan werken. Maar het percentage dat daartoe komt, is klein. Er zijn namelijk alsnog veel belemmeringen. Kan de werkgever wel 2 à 3 maanden wachten op de werkvergunning van de asielzoeker? Heeft hij ondertussen niet al ander personeel gevonden? Daarnaast is het de vraag of de asielzoeker nog in de buurt van het werk woont. Want elke paar maanden worden ze overgeplaatst naar een ander azc.”

Gaat het beter als statushouders een eigen huis hebben gekregen
“Sommige statushouders hebben hun papieren gekregen, een huis en een uitkering. Maar ze hebben jaren stilgestaan en veel frustratie doorgemaakt. Net als Nederlanders met een uitkering, hebben ze weinig geld. Net genoeg om te overleven. Alles wat er binnenkomt gaat naar hun huis, verzekeringen en basisbehoeften. Statushouders moeten alleen ook nog binnen een bepaalde tijd hun inburgeringscursus halen. Als ze dat niet binnen die periode halen, moeten ze het geleende geld voor die cursus terugbetalen. Dat is ongeveer 10.000 euro. Ook krijgen ze dan geen Nederlands paspoort en bestaat de kans dat ze hun status verliezen. Onder al deze stress wordt er van hen verwacht dat ze gaan werken.”

Lukt dat? 
“Geloof mij, mensen wíllen werken. Ze worden gek en depressief als ze thuiszitten. Maar ze moeten in heel korte tijd alles regelen voor hun leven, zoals toeslagen en verzekeringen, alles is nieuw. Ze hebben lang stilgestaan en vaak gaat het niet goed op geestelijk en lichamelijk gebied. Hun inburgeringsexamen moeten ze dus halen, daarvoor moeten ze drie dagdelen per week naar les. Daarnaast moeten ze huiswerk maken. Er blijft daardoor niet veel tijd over om te werken. Ook zijn er vaak roosterwisselingen bij de inburgeringscursus. Welke werkgever is bereid om iemand van 40 of 45 jaar een baan aan te bieden waarvoor de werkuren continu aangepast moeten worden? En niet alleen moeten ze naar de inburgeringscursus, ze worden ook constant opgeroepen om naar allerlei afspraken met instanties te gaan.”

Frustrerend zeg
“Het hele systeem is opgezet om mensen te ontmoedigen. Ze raken terecht gefrustreerd, het is zoveel gedoe. Zelfs als ze werk vinden en ze het geluk hebben dat ze niet gediscrimineerd worden door hun werkgever, is dat vaak met een salaris net boven het minimumloon. En dan komt de volgende serie problemen. Het papierwerk van bijvoorbeeld het kinderdagverblijf, de toeslagen die daarbij komen kijken.”

Wat heeft dit alles voor effect op asielzoekers? 
“Dit is geen beleid om mensen aan te moedigen om zelfstandig en zelfredzaam te worden. Het hele systeem is zo ontzettend ingewikkeld. Er is een heel zorgcircuit opgezet om asielzoekers zelfstandig te maken, er zijn veel mensen aan het werk in dat circuit. Maar het grootste deel van die asielzoekers had al lang zelfstandig kunnen zijn als ze voor zichzelf hadden mógen zorgen. Nu gaan ze van de ene naar de andere instantie. Elke instantie regelt de zorg voor een ander stukje van hun leven tot aan hun inburgering. En bij elke instantie moet de asielzoeker weer zijn verhaal doen. Ze moeten hun papieren meenemen en alles uitleggen.”

Hoe zou jij het graag zien? 
“Zorg dat mensen vanaf de eerste dag dat ze hier zijn mogen werken en de taal mogen leren. Het is fijn dat er begeleiding is en dat er trainingen zijn om ze kennis te laten maken met werk en de Nederlandse cultuur. Maar maak het beleid zo dat ze die informatie tot zich kunnen nemen en vervolgens zelf kunnen gaan ontdekken hoe het in de praktijk werkt. Roep ze niet constant terug met allerlei belemmeringen en ingewikkeld papierwerk. We kunnen mensen niet zo blijven ontmoedigen om te participeren en vervolgens onze wijsvinger naar hen opheffen en zeggen dat ze niet participeren. Dat is wat er nu gaande is.”